31 augustus
Dag 244
En des HEEREN woord geschiedde tot mij, zeggende: Mensenkind! spreek tot de kinderen van uw volk, en zeg tot hen: Wanneer Ik het zwaard over enig land breng, en het volk des lands een man uit hun einden nemen, en die voor zich tot een wachter stellen; En hij het zwaard ziet komen over het land, en blaast met de bazuin, en waarschuwt het volk; En een, die het geluid der bazuin hoort, wel hoort, maar zich niet laat waarschuwen; en het zwaard komt, en neemt hem weg, diens bloed is op zijn hoofd. Hij hoorde het geluid der bazuin, maar liet zich niet waarschuwen, zijn bloed is op hem; maar hij, die zich laat waarschuwen, behoudt zijn ziel.
We zien in de Schriften, dat als een stad werd gebouwd, het eerste wat gebouwd werd de bescherming van die stad, namelijk de muur, was. En om dan zeker te zijn dat de stad beveiligd was, lieten zij op de muur een hele hoge toren bouwen, en er was dag en nacht een wachter in die toren. Vierentwintig uur de klok rond bewaakte hij het oosten, noorden, westen en zuiden. Omdat hij hoger is dan de overige mensen kan hij ver zien. Het is zijn plicht om de mensen te waarschuwen, daar hij komend oordeel kon zien, legers die naderden, spionnen die rondslopen, alles wat nader kwam. Het maakte niet uit wat het was, hij berichtte het aan de stad als hij een goede wachter was.
Ik wil hier iets zeggen en ik hoop dat u het op de juiste wijze vat. Wilt u mij vertellen dat zij een bijziende wachter in die toren zouden zetten als het leven van de stad van hem afhing? Zou hij... Zouden zij daarin een man plaatsen die half blind was? Zeker niet. Het zou de best ziende man zijn die ze konden vinden, die zij daarin zouden plaatsen. Zo ook God, als Hij Zijn stad bouwt, Zijn gemeente. Hij ommuurde haar met het bloed van Zijn eigen Zoon, Jezus Christus. En Hij plaatste er een toren in.
God heeft in de gemeente gegeven ten eerste apostelen, ten tweede profeten, leraars, herders, enzovoort. God plaatst hen in de kerk. Als God hen daarin plaatst, worden zij bekwaam gemaakt voor het karwei. God zou geen man in de toren plaatsen, in een dergelijke positie, die zei: “De dagen der wonderen zijn voorbij.” God zou geen man in een dergelijke positie plaatsen als profeet of ziener, die zou zeggen dat Jezus Christus niet Dezelfde is gisteren, heden en voor immer, terwijl de Bijbel verklaart dat Hij het wel is. God zou geen man in een toren daar plaatsen die een slap Evangelie zou prediken en niet de waarheid zou vertellen en de mensen waarschuwen voor de komende toorn. Hij zou er een man inzetten die moedig zou zijn, die een geest zou hebben die het komende oordeel zou zien en ongeacht wat de mensen zeiden, hen in ieder geval zou waarschuwen, het ertegen uitroepen. Hij plaatst geen blinde profeten in Zijn toren. Hij plaatst profeten, predikers die het komende oordeel voorzien en de mensen waarschuwen om te vluchten.
Aanhaling genomen uit de prediking: