29 november
Dag 334
Gelijk ons Zijn Goddelijke kracht alles, wat tot het leven en de godzaligheid behoort, geschonken heeft, door de kennis van Hem, Die ons geroepen heeft tot heerlijkheid en deugd; Waardoor ons de grootste en dierbare beloften geschonken zijn, opdat gij daardoor aan de goddelijke natuur deelachtig zoudt worden, nadat gij ontvlucht zijt het verderf, dat in de wereld is door de begeerlijkheid.
Ziet u, de wereld: daar zijn wij nu aan ontkomen. Hij richt dit aan de Gemeente. Er is hier geen persoon die God liefheeft, die niet méér gelijkvormig wil worden aan Christus - iedere Christen.
Ik ben een oudgediende. Kijk hier naar broeder en zuster Kidd, misschien zijn zij de oudsten in het gebouw. Maar vraag hun: “Wat is uw hartsverlangen?” Het zal zijn: “Dichter bij God.” Als u Christus leert kennen, is er iets met Hem, dat zo lieflijk is, dat je wilt proberen in Hem te komen. Excuseer mij voor deze opmerking. Ik vertelde mijn vrouw hier niet lang geleden (we worden allebei oud...) en ik zei tegen haar: “Houd je nog steeds van me, zoals je vroeger deed?”
Ze zei: “Dat doe ik zeker.”
En ik zei: “Weet je, ik houd zoveel van je, dat ik wou, dat ik je als het ware kon nemen en binnenin mij trekken, zodat wij werkelijk één konden zijn.”
Nu, vermenigvuldig dat met honderd miljoen en dan zult u ontdekken hoe de gelovige, die liefde opvat voor Christus, in Hem wil komen, want het is een liefdesaffaire. En hier gaat Hij ons aantonen hoe wij, door deze beloften, deelgenoten kunnen worden aan de goddelijke natuur van Christus - deze sterfelijke lichamen, hoe wij deelgenoten kunnen zijn.
Een jongeman vroeg mij onlangs: “Denkt u dat ik zou kunnen trouwen met dat bepaalde meisje?”
Ik zei: “Hoeveel geef je om haar?”
Hij zei: “O, ik houd heel veel van haar.”
Ik zei: “Wel, als je niet zonder haar kunt leven, dan kun je beter met haar trouwen. Maar als je zonder haar kunt leven, zie er dan maar van af. Maar als het je zou doden, kun je maar beter doorgaan en gaan trouwen.”
Wat ik dus tot hem wilde brengen, is dit: als je haar zozeer liefhebt... Nu, voordat je bent getrouwd is alles koek en ei, maar nadat je bent getrouwd, beginnen de moeiten en problemen van het leven binnen te komen. Dan komt het er op aan dat je elkaar zo liefhebt, dat je elkaar begrijpt. Wanneer je in haar bent teleurgesteld, of zij is teleurgesteld in jou, dan begrijp je elkaar nog steeds.
Op die manier is het met Christus. Zie, we moeten zoveel van Hem houden, dat, wanneer wij om iets vragen en Hij het niet aan ons geeft, het ons niet in het minst van ons stuk brengt. Ziet u, waarom? En de enige manier waarop u dit kunt doen, is door deelhebbers te worden aan Zijn goddelijke natuur, dan zult u de reden begrijpen waarom Hij dit niet aan u kan geven: deelhebbers aan Zijn goddelijke natuur.
Aanhaling genomen uit de prediking: