Hoofdmenu  
Home English (United States)

De doop heeft al sinds het allereerste begin van de Christelijke gemeente een grote rol gespeeld. En wel vanaf het optreden van Johannes de Doper als voorloper van de eerste komst van onze Here Jezus Christus. Johannes doopte daar in de Jordaan tot bekering. Zijn Boodschap diende om de harten van de mensen voor te bereiden om Jezus Christus als Here te kunnen ontvangen. (Jesaja 40:3.) Jezus Zelf liet Zich – en Hij is ons Voorbeeld – door Johannes dopen. (Mattheüs 3:13–15.)

Velen die in onze dagen belijden dat Jezus Christus hun Verlosser en Heer is, werden in hun kerken gedoopt in de titels: 'Vader, Zoon en Heilige Geest', op gezag van Gods Woord in Mattheüs 28, vers 19: "Gaat dan henen, maakt al de volken tot Mijn discipelen en doopt hen in de Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb."

Deze zelfde mensen, die erkennen dat elk Woord van God waar is, loochenen daarmee of gaan voorbij aan wat staat in Handelingen 2, vers 38: "En Petrus antwoordde hun: Bekeert u en een ieder van u late zich dopen in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen", omdat de leer van hun kerk, die de openbáring over Handelingen 2:38 niet heeft, zegt, dat de woorden van Petrus van minder gewicht zijn dan die van onze Here.

Jezus Zelf zei echter in Mattheüs 4, vers 4: "Niet alleen van brood zal de mens leven, maar van alle woord, dat uit de mond Gods uitgaat." Daarom komt de vraag op: Zijn de woorden van Petrus in Handelingen 2:38 dan in tegenspraak met hetgeen Jezus zei in Mattheüs 28:19?

Gods Woord spreekt Zichzelf niet tegen, al lijkt het – naar menselijke maatstaven – of het onfeilbare Woord van God hier twee tegenstrijdige verklaringen aflegt!

Denkt u alstublieft na over deze gedachte. Hier moet een antwoord op zijn, omdat Gods Woord de Waarheid is (Johannes 17:17) en deze Waarheid moet een openbaring zijn aan u persoonlijk, als u de Here Jezus Christus wilt kennen en door Hem gekend wilt zijn – Zijn komst voor Zijn gemeente is zeer nabij.

De reden dat oprechte mensen worden misleid en in sommige gevallen in de war raken is, omdat de theologie van de georganiseerde kerken de plaats heeft ingenomen van de openbaring van Gods Woord door de Heilige Geest.

Wat ìs de NAAM van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest? Velen die dit traktaat zullen lezen, zullen reeds gedoopt zijn in een denominatie-kerk, door besprenkeling of onderdompeling, overeenkomstig Mattheüs 28:19, en kennen toch die Naam niet. Anderen denken erover om zich te laten dopen. Zou u die Naam niet moeten kènnen, voordat u gedoopt wordt?

Vader ìs geen naam, Zoon is geen naam en Heilige Geest is geen naam...

Zou het niet vreemd zijn, wanneer u een bank-cheque zou tekenen met het woord 'vader', 'zoon' of 'grootvader'? Zo'n cheque zou geen waarde hebben, u weet dat. Waarom laat u zich dan dopen in de titels 'Vader, Zoon en Heilige Geest'?

U zegt misschien: "Jezus zei toch Zelf dat ik me op die wijze moest laten dopen? Dat is mij genoeg." Dat is waar, dat Jezus dat gebod gaf en het bevestigde in vers 20 van Mattheüs: Indien dit gebod werd onderwezen en onderhouden, zou Hij altijd met ons zijn.

En wàs het niet dezelfde Jezus, die Paulus ontmoette op de weg naar Damascus als de Vuurkolom; Dezelfde, die als de Heilige Geest Petrus en de 119 andere mannen en vrouwen in de opperkamer vervulde op de Pinksterdag? (Handelingen 2:1–4.) Jezus zei in Johannes 14:16–20: "En Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven, om tot in eeuwigheid bij u te zijn, de Geest der Waarheid, die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet; maar gij kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn. Ik zal u niet als wezen achterlaten. Ik kom tot u... Te dien dage zult gij weten, dat Ik in Mijn Vader ben en gij in Mij... en Ik in u." Het was onze Here Jezus Christus, die was opgestaan uit de doden, nadat Hij was gekruisigd, die in Petrus was en door hem heen sprak in Handelingen 2:14–36. En de woorden die werden gesproken bracht de toehoorders, die Jezus hadden gekruisigd, zó tot overtuiging, dat zij uitriepen: "Wat moeten wij doen, mannen broeders?" (Handelingen 2:37.) Toen antwoordde de Here Jezus, nog steeds door Petrus sprekend, in vers 38: "Bekeert u en een ieder van u late zich dopen in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen."

Toen Jezus in Mattheüs 28:19 sprak over de doop in de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, sprak Hij uit, wat de waarheid was met betrekking tot de Openbaring van Hemzelf en Zijn Naam. En daardoor zal elk wederom geboren, met de Geest vervuld kind van God de Naam van zijn Hemelse Vader kennen, en zal in díe Naam in water worden gedoopt. Jezus openbaarde de Naam van de Vader. (Johannes 17:6.)

De Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest is: 'De Here Jezus Christus', en de enige manier waarop een Christen gedoopt behoorde te worden, is in de Naam van de Here Jezus Christus. Niet door besprenkeling, maar door onderdompeling, zoals Jézus werd gedoopt, door iemand die is vervuld met de Heilige Geest, en die deze openbaring heeft.

Wanneer u bent gedoopt in de titels, behoorde u overgedoopt te worden in de Naam van de Here Jezus Christus.

Iedere Christen moet gedoopt worden overeenkomstig Handelingen 2:38: het is Gods voorgeschreven weg om de gave des Heiligen Geestes te ontvangen. Kolossenzen 3:17 zegt: "En al wat gij doet met woord of werk, doet het alles in de Naam des Heren Jezus, God, de Vader, dankende door Hem!" En zeker is de doop zowel een wóórd – een zich openlijk uitspreken – als ook een wèrk, een daad waarmee wij Hem belijden.

In het Woord van God staat geen aanwijzing dat God zou bestaan uit drie personen. De drieëenheidsleer is in strijd met de Schrift en is onjuist. Johannes 4, vers 24 zegt: "God is Geest en wie Hem aanbidden, moeten aanbidden in geest en in waarheid!" En in Markus 12:29 staat: "Hoor, Israël, de Here, onze God, de Here is Eén." Eveneens zegt Efeze 4:5–6: "Eén Here, één geloof, één doop, één God en Vader van allen, die is boven allen en door allen en ìn allen."

De drieëenheidsleer en de doop in de titels 'Vader, Zoon en Heilige Geest', wat de grondslag is van de eerste denominatie-kerk en andere georganiseerde kerken, werden pas aanvaard als kerkelijke leerstelling rond het jaar 325 A.D. op het Concilie van Nicéa. U zult dit bevestigd vinden in de verslagen van dit Concilie in uw bibliotheek.

De Openbaring van de Here Jezus Christus is de rots waarop de gemeente, het lichaam van Christus, is gebouwd. (Mattheüs 16:16–18.) Echter, door menselijke redenering verving men de openbaring van de Here Jezus Christus door de leerstelling van een drieëenheid van personen en de doop in de titels, en hieruit kwam het denominatie-systeem voort, zoals wij het tegenwoordig kennen.

God is een Geest (Johannes 4:24), maar heeft een drievoudige manifestatie, of wordt geopenbaard in drie bedieningen: Als de Vader, de Schepper van alle dingen, die Zich openbaarde of manifesteerde in het lichaam van vlees en bloed van Jezus, de Zoon, onze Verlosser, en ook als de Heilige Geest, om aan u de openbaring van Zichzelf te onthullen door Zijn Woord, zelfs nu, terwijl u dit leest.

God is Geest en Hij kwam om degenen die verloren waren te verlossen – of weer met Zich te verzoenen – door woning te maken in het lichaam van vlees en bloed van Zijn Zoon. (Hebreeën 10:5.) De Zoon, het lichaam waarin Hij woonde, werd geboren uit een maagd, omdat het nodig was de oorspronkelijke zonde uit de Hof van Eden over te slaan.

Deze maagd werd overschaduwd door 'de Heilige Geest' (Lukas 1:35); niet door 'de Vader'. Zou Jezus, de Zoon, dan twéé Vaders hebben?

De drieëenheids- en de eenheidsleer zijn beide een dwaling. Gods Woord onthult de openbaring van de Here Jezus Christus, en zegt dat iedere Christen moet belijden dat Jezus is: De Zoon van God. (I Johannes 4:15.)

Jezus de Zoon was het lichaam of de tabernakel van vlees en bloed waarin de Vader, die Geest is, woonde of werd geopenbaard. Dit maakt Jezus, de Zoon niet tot het tweede deel van een drieëenheid van personen, maar tot een manifestatie van God. (Johannes 1:1 en 14.) Dit lichaam van vlees en bloed was ons offer, opdat wij door dit bloed vrijmoedig in Zijn tegenwoordigheid zouden kunnen komen (Hebreeën 10:19), Hem kennen en in Hem zouden kunnen zijn. I Johannes 5:20: "Doch wij weten, dat de Zoon van God gekomen is en ons inzicht gegeven heeft om de Waarachtige te kennen; en wij zijn in de Waarachtige, in Zijn Zoon Jezus Christus. Dit is de Waarachtige God en het eeuwige leven."

De Bijbel zegt duidelijk dat God vlees werd en onder ons woonde, en Jezus, de Zoon, zei in Johannes 14:7, sprekend tot Zijn discipelen: "Indien gij Mij kendet, zoudt gij ook Mijn Vader gekend hebben. Van nu aan kent gij Hem en hebt gij Hem gezien."

Indien zij Jezus hadden gekènd! Kenden zij Hem? Natuurlijk kenden zij Hem, maar zij kenden Hem slechts als mens; ze hadden niet de openbaring dat God, die Geest is, daar werd geopenbaard in vlees en bloed. Zoals Jezus zei: "Indien gij Mij kendet, zoudt gij ook Mijn Vader gekend hebben", en niet alleen de Vader gekènd hebben, maar zij zouden de Vader gezíen hebben. Het is deze openbaring dat God, Die Geest is, kwam in het lichaam van vlees en bloed van de Zoon, waarop de gemeente van Christus is gebouwd, en iedere wederom geboren zoon of dochter moet deze openbaring hebben, om bij de Here te kunnen zijn als Hij komt.

Johannes 14:16–20 bevestigt deze waarheid. Jezus spreekt daar over de Trooster, die de manifestatie van God was vóór en ìn de gelovigen, nadat het lichaam van vlees en bloed van de Zoon op Golgotha was gekruisigd, om ons te verlossen. De Trooster was toen nog niet gekomen, maar Jezus zei dat ze Hem kènden! Hoe? Omdat Jezus de Heilige Geest wàs;

Hij was de Trooster geopenbaard in vlees en bloed: maar na Golgotha zou Hij tot hen komen en in hen blijven...

Dit traktaat is niet bedoeld om alles te vermelden wat er gezegd zou kunnen worden over de openbaring van de Here Jezus Christus en Zijn Naam, zoals er in de Schrift naar wordt verwezen, maar is meer bedoeld om uw aandacht te vestigen op de dwaling van de drieëenheidsleer en de doop in de titels, opdat u het Woord van God zou onderzoeken om te zien òf deze dingen zo zijn. (Handelingen 17:11.)

God beloofde in Zijn Woord, dat Hij, vóórdat onze Here Jezus Christus komt voor Zijn gemeente, een profeet zou zenden in de geest en kracht van Elia, om de wederom geboren kinderen van God terug te brengen naar het Woord. En Hij bevestigde in onze dagen de waarheid van de in dit traktaat genoemde, en vele andere waarheden, door de bediening van William Branham. (Maleachi 4:5–6.)

Moge de Here, de Almachtige God, u de openbaring geven van Zichzelf en van Zijn Naam: de Here Jezus Christus. Johannes 17:3 zegt: "Dit nu is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt."

Voorts zei Jezus in Mattheüs 24, vers 44: "Daarom weest ook gij bereid, want op een uur, dat gij het niet verwacht, komt de Zoon des Mensen", en wanneer u nog niet bent gedoopt in de Christelijke doop overeenkomstig Gods Woord en u verlangt ernaar om bereid te zijn bij de komst van de Here Jezus Christus, moge u dan biddend de Here verwachten en gedoopt worden overeenkomstig Handelingen 2:38.